De cd (compact disc) werd door Sony geïntroduceerd in Japan 1982. Op 17 augustus 1982 werd de eerste cd geperst in Europa, The Visitors’ van Abba was de gelukkige. De eerste cd-speler was echter pas vanaf maart 1983 in Europa verkrijgbaar. Het idee was om de langspeelplaat (LP) te vervangen dus voor opslag van muziek (music CD). Later zou het ook gebruikt worden voor opslag van data en video (cd-rom en cd-video).
De grootste verandering was dat het geluid niet meer analoog opgeslagen werd maar digitaal (enen en nullen). De schijf zou zeer robuust zijn en de data 100 jaar bewaren, inmiddels weten we wel beter.
In eerste instantie zou de cd 11,5 centimeter worden, genoeg voor 68 minuten. Sony wilde pertinent dat er 74 minuten op moest komen, de gedachte was om de negende symfonie van Van Beethoven er op te kunnen zetten. Hierdoor is de cd uiteindelijk 12cm geworden iets wat Philips veel geld gekost heeft aangezien men in Duitsland begonnen was een fabriek te bouwen om massaal cd’s te produceren en die was gemaakt voor 11,5cm.
Voor data opslag is 12 cm genoeg voor 650 MB, later werd de standaard 700 MB waar 80 minuten muziek op past. Tegenwoordig gaat men nog verder en is 800MB /90 min. en 870MB / 99 min. ook te koop. Oudere apparatuur hebben hier overigens wel problemen mee.
Een cd wordt van binnenuit naar buiten afgelezen door een laser die op 780 nm werkt. Deze laser leest een spiraalspoor van putjes met een constante snelheid van 1,2 m/s. De putjes zijn slechts 125 nm diep en 500 nm breed De lengte varieert van 833 tot 3054 nm (erg klein dus).